Begin main content
Zoek · Hoofdpagina

Hoofdpagina

De stichting

[... stelt zich teweer]

Als we met lede ogen blijven toezien hoe de bedreiging van het Nederlands door de verengelsing/ veramerikaansing om zich heen grijpt, zullen we over een aantal jaren moeten vaststellen dat het onze eigen schuld is geweest.

[...successen!]

Voorbeelden van positieve resultaten van onze activiteiten in de laatste jaren (in willekeurige volgorde; in de aangegeven Nieuwsbrieven staan vaak ook foto's.

15 april 2023 Petitie HTM, geen Engels op de tram!

Stichting Taalverdediging zet zich dit jaar in voor het verdrijven van het Engels uit het openbaar vervoer in Den Haag en zijn voorsteden. De reizigers komt zo langzamerhand het Engels de oren uit. Bij iedere halte, die de trams en de bussen van de Haagse Tramweg-Maatschappij (HTM) aandoen, wordt door de spreker op de geluidsband de stopplaats en wat zich daar allemaal in de omgeving bevindt, niet alleen in het Nederlands, maar ook in het Engels omgeroepen. Dat laatste voorafgegaan door de woorden ¨NEXT STOP¨, iedere keer weer. Het is werkelijk niet meer te verdragen.

Stichting Taalverdediging organiseert een petitie tegen dit doorgeslagen gebruik van de Engelse taal. Toeristen ten dienste zijn is niet verkeerd, maar er zijn grenzen hoever je daarin hoort te gaan. De HTM gaat veel te ver en Stichting Taalverdediging zal pogen hen met behulp van deze petitie op andere gedachten te brengen. Wij zouden u graag willen verzoeken de petitie te ondertekenen.


14 april 2023 Vragen Pieter Omtzigt

In de laatste nieuwsbrief staat een artikel over de stappen die kamerlid Pieter Omtzgt heeft ondernomen tegen de verengelsing van de universiteiten. De vragen die hij aan de minister heeft gesteld naar aanleiding van zijn aangenomen motie, met de antwoorden van de minister erbij, zijn hier te vinden.

2 maart 2022 - Waarom het verstandig is het Nederlands weer als voertaal in het hoger onderwijs te gebruiken

Download ons pamflet en lees waarom het gebruik van het Nederlands in het hoger onderwijs de meest verstandige weg is.

24 november 2020 Leger manoeuvreert zich in Britse bocht om burgers te bespioneren?

Op maandag 16 november werd Nederland opgeschrikt door het bericht dat het Nederlandse leger er in het afgelopen voorjaar in het geniep een functie bij had gekregen. Er was in maart een nieuwe dienst opgericht om personen en organisaties die kritisch stonden tegenover het overheidsbeleid te beloeren. Hun handel en wandel moest nauwkeurig in kaart worden gebracht. Het was de bedoeling dat dit geheim zou blijven, maar zoals dat met alle staatsgeheimen in Nederland gaat, het lekte uit.  Lees verder...

28 december 2019 Lezing van Annette de Groot

Op 1 november hield emeritus-hoogleraar Annette de Groot een lezing getiteld "Over Twee- en Meertaligheid en de Verengelsing van ons Universitaire Onderwijs" op de studiedag van de Vereniging van Leraren Levende Talen. Met veel genoegen kunnen wij aankondigen dat wij de lezing integraal kunnen publiceren in onze Nieuwsbrief en op onze webstek.

Ik ga het hebben over twee- en meertaligheid en de verengelsing van ons universitaire onderwijs. i Maar eerst wil ik u voorstellen aan Giuseppe Mezzofanti, een zeer bijzondere Italiaanse kardinaal en taalwetenschapper. Hij werd zo’n 250 jaar geleden geboren in Bologna als zoon van een timmerman. Naar eigen en andermans zeggen sprak hij minstens 45 talen. Hij correspondeerde in zeker 15 daarvan en in vier verschillende alfabetten. Romaanse, Germaanse, Slavische en andere talen, levende en dode, ze zaten allemaal in de mentale inventaris van de kardinaal. Niet minder opvallend dan het aantal talen dat hij sprak is de manier waarop hij ze leerde. De auteur van een boeiend boek over veeltaligheid, Michael Erardii, beschrijft hoe Mezzofanti ten tijde van de Napoleontische oorlogen aan zieken en gewonden uit alle windstreken zijn diensten moest aanbieden, als verpleger en biechtvader. Zo kwam hij in contact met tal van talen. Mezzofanti benutte deze uitgelezen kans om steeds weer nieuwe talen te ontsleutelen door aandachtig naar zijn gesprekspartner te luisteren. Vertalers, vertaalwoordenboeken en grammatica’s had hij daarbij niet nodig. Wel maakte hij bij gesprekspartners met een christelijke achtergrond gebruik van de gedeelde kennis van het Onze Vader, met zijn universele betekenis. Dat Onze Vader liet hij ze dan herhaaldelijk in hun moedertaal opzeggen totdat hij de spraakklanken en prosodie van de betreffende talen
erin ontdekte. En met die prille basiskennis van de te kraken taal kon hij vervolgens verder aan de slag, daarbij vooral geholpen door, zoals hij zelf zei, een uitzonderlijk goed geheugen en een scherp gehoor.

Lees verder... 

22 november 2019. Taalverdediging in het Nederlands Dagblad

Het Nederlands Dagblad bericht vandaag over onze stichting:

Ongehoord
‘Een toppunt van taalverraad’, noemt Jan Heitmeier een nieuw toestel op Schiphol om bagage te melden. ‘Je kunt dat in dertien talen doen, maar niet in het Nederlands! Dat is toch ongehoord?’ Heitmeier stuurde een foto mee. Inderdaad, je kunt je bagage melden in het Noors, Deens en Zweeds, Pools of Japans, maar niet in het Nederlands.


Heitmeier is niet de eerste de beste.

Lees verder bij het Nederlands Dagblad (registratie vereist)


21 november 2019. Schiphol provoceert: 13 talen, maar geen Nederlands

Keer op keer vragen wij ons bij Taalverdediging af of het nog erger kan met de achterstelling van het Nederlands op Schiphol. En keer op keer blijkt dat het inderdaad ook nog erger kan. Zo ook nu weer: Op de Luchthaven Schiphol zijn nieuwe inmeldzuilen geplaatst, waarop reizigers de laatste administratieve taken kunnen verrichten alvorens zij richting hun vliegtuig gaan. Schiphol laat zich deze keer van zijn meertalige kant zijn en heeft de programmatuur toegankelijk gemaakt in maar liefst 13 talen! Wij worden daar bij Taalverdediging normaliter vrolijk van, echter is er een probleempje, nu ja een hele grote dan: Het Nederlands ontbreekt!  Lees verder...

5 november 2019. Engelstalig neprapport onderschept

Op 31 oktober werd in de Tweede Kamer de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken behandeld. Onderdeel van de beraadslagingen was het verspreiden in Nederland van zogeheten nepnieuws. Daarover had de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, de heer Knops, een rapport laten opstellen door twee deskundigen, te weten de heer Richard Rogers en mevrouw Sabine Niederer.
Wanneer de regering een rapport naar buiten brengt is het wel zo handig wanneer iedereen daar kennis van kan nemen. Dat was hier niet het geval, omdat het rapport in het Engels opgesteld was. Het wakkere Kamerlid de heer Bosma (PVV) onderschepte het Engelstalig document terstond en eiste van de staatssecretaris een Nederlandse vertaling. Die werd hem toegezegd.
Tevens wilde hij weten waarom de staatssecretaris de Tweede Kamer een Engelstalig stuk in de maag had gesplitst. Het antwoord daarop was onthutsend: De opstellers kenden geen Nederlands.

Het is dus nu al zo ver gekomen dat de Nederlandse regering aan Nederlands-onkundigen de opdracht geeft om de verspreiding van Nederlandstalig nepnieuws te onderzoeken. Hoe is het mogelijk!

Taalverdediging kent de inhoud van dit rapport nog niet, maar is bang dat het nep is.

16 augustus 2019. Spreek Nederlands met me, ook op tv en toneel

De Nederlandse identiteit steunt eerst en vooral op de taal; maak er dan ook film, tv en theater mee, betoogt Boris van der Ham, voorzitter van de Vereniging Vrije Theaterproducenten in een artikel in de Volkskrant van 8 juli 2019 met bovenstaande titel.
Uit een onlangs uitgekomen onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau blijkt dat Nederlanders taal het meest bepalend voor hun gemeenschappelijke identiteit vinden. Het Nederlandse taalgebied is echter klein en dat betekent dat het gemakkelijk overvleugeld kan worden door het Engels. In Engelstalige landen  worden forse investeringen gedaan in culturele producties, omdat men kan rekenen op een grote afzetmarkt. In Nederland is dat anders. Investeringen in hoogwaardige cultuurvormen voor een groot publiek, zoals Nederlands drama, komen vaak niet van de grond. Het gaat hier dus om schaalgrootte.         
Het gevolg is dat de verhalen over onze eigen geschiedenis en samenleving met veel te weinig middelen worden verteld. De huidige discussie over het aanpassen van de bestaande historische canon is best nuttig maar vooral een abstracte exercitie. Het is veel belangrijker dat we er in Nederland werk van maken om die canon tot leven te brengen. Veel Nederlanders zullen zich pas iets bij Gouden Eeuw hebben kunnen voorstellen door de film ‘Michiel de Ruyter’. De overheid richt zich wat het erfgoed betreft veel te veel op museale vormen en gebouwen. De conclusie van de auteur is dat de overheid dus vel meer geld beschikbaar moet stellen. Ook moet de subsidiepot anders verdeeld worden.

Taalverdediging is het in grote lijnen eens met de strekking van dit betoog, waarin duidelijk is dat de auteur werkzaam is bij een belangenvereniging. Erkend moet worden dat de kleine omvang van het Nederlandse taalgebied een aanzienlijk nadeel vormt voor het in stand houden van een  cultuur in de eigen taal. Door allerlei oorzaken is bovendien de concurrentie van Engelstalige cultuurproducties in de afgelopen vijftig jaar aanzienlijk toegenomen. De Nederlandse overheid moet haar cultuurbeleid dus aanpassen en snel met meer geld over de brug komen voor grote cultuurproducties. Als daar niet voldoende    geld voor is, moet er elders in het subsidiegebouw maar flink bezuinigd worden. Dat betekent ook dat er een einde moet komen aan de situatie dat de openbare omroepen een groot deel van hun programma’s in de Verenigde Staten kopen.    Het is tijd om keuzes te maken. Verder is het zaak om hier te gaan samenwerken met Vlaanderen, dat een belangrijk onderdeel van ons taalgebied is.


14 augustus 2019. Neerlandistiek is niet geholpen met een oppervlakkige analyse

Neerlandistiek is niet geholpen met gemakkelijk pessimisme. Onder deze titel schreef Yra van Dijk, hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde aan de Universiteit van Leiden, een artikel in NCR-Handelsblad van 10 juli 2019. Het artikel sluit aan bij de opheffing van de bachelor opleiding Nederlands  aan de Vrije Universiteit, die het afgelopen voorjaar bekend werd gemaakt, en de daarop volgende discussie in en buiten de universiteit. Zij stoort zich aan de gevoerde discussie. Neerlandici wordt verweten hun studenten verkeerd op te leiden. De opleiding zou te theoretisch zijn. Vervolgens kaatst zij de bal terug: “Nu beweert niemand dat de literaire ontlezing een goede zaak is. Allen die geloven in de zeggingskracht van literaire teksten zien het als een tragedie dat televisie en de digitale cultuur, en de uitholling van het talenonderwijs hebben gezorgd voor een groeiende desinteresse bij de jeugd voor literatuur. Maar de suggestie dat de neerlandistiek daar de oorzaak van is, of de oplossing zou moeten bieden, is misleidend. Integendeel: neerlandici zitten in hetzelfde schuitje als de cultuurdragers die hen bekritiseren”. Na deze bombastisch klinkende taal komt de auteur met een oproep om samen met de neerlandici de verantwoordelijkheid te nemen voor de Nederlandse taal en cultuur: Overheid, universiteiten en publiek er van overtuigen dat de prioriteit niet uitsluitend naar beta-opleidingen gaat, Overheid en Universiteiten dwingen om een taal- en cultuurbeleid te ontwikkelen, het vakgebied blijvend vernieuwen om aan te sluiten bij een veranderend, meertalig en divers Nederland en bijdragen aan een beter onderricht Nederlands op de scholen.

Afgezien van het feit dat de aanbevelingen van de auteur uitermate vaag zijn, valt op dat de analyse in het artikel onvolledig is. De auteur  wijst op enkele maatschappelijke ontwikkelingen, die inderdaad een rol zullen spelen. Veel belangrijker echter is het statusverlies van het Nederlands in eigen land. Dit heeft te maken met de verengelsing van de Nederlandse samenleving en dan gaat het niet alleen om het woordverlies (Engelse woorden in plaats van Nederlandse woorden), maar ook domeinverlies (Engels gebruiken in plaats van Nederlands). Vooral het domeinverlies, de universiteiten zijn het meest uitgesproken voorbeeld, weegt zwaar. De universiteit, de plek waar de taal op het hoogste niveau gebruikt zou moeten worden.  Bovendien wordt de verengelsing door de overheid gesteund/gedoogd. Waarom zouden jongeren nog belangstelling hebben voor een opleiding Nederlands als die taal tot een tweederangse taal wordt gemaakt?  Een taal die je in het hoger onderwijs niet meer nodig hebt? Taalverdediging is van mening dat het artikel van mevrouw Van Dijk een gemiste kans is. Zolang de academische kaste niet bereid is om de werkelijke oorzaak aan te wijzen zal er geen oplossing mogelijk zijn.

13 augustus 2019. Nederlands in het buitenland

Aan een bericht van 12 juni 2019 van de Nederlandse Taalunie ontlenen wij het volgende. De docenten en studenten Nederlands in het buitenland leveren Nederland en Vlaanderen veel voordelen en kansen op economisch, diplomatiek en cultureel terrein. Maar in vergelijking met andere Europese landen investeren Nederland en Vlaanderen zeer weinig in het buitenlandse onderwijs in de eigen taal en cultuur. Hierdoor kunnen nieuwe kansen op die terreinen niet worden benut. De trend is bovendien tegengesteld aan die in veel andere landen, waar de investeringen in taal en cultuur juist toenemen. Dat blijkt uit door de Nederlandse Taalunie opgestelde onderzoeksrapporten ‘Het Nederlands Internationaal’ (uitgevoerd in Italië en Polen) en ’Talenbeleid in Europa’. 
Met het onderzoek naar de internationale positie van het Nederlands is voor het eerst de aanwezigheid van het Nederlands in het buitenland en de kansen die dat oplevert systematisch onderzocht  Voor de veldonderzoeken is gekozen voor Polen en Italië omdat het Nederlands daar specifieke en verschillende rollen speelt die een goede basis vormen voor beleidsvorming. De veldanalyse wordt in de toekomst jaarlijks, in een aantal van de andere 41 landen waar Nederlands wordt onderwezen, uitgevoerd. Aldus de Nederlandse Taalunie .

Taalverdediging is op zich voor een krachtig cultureel beleid in het buitenland. De onderhavige rapporten geven daartoe een aanzet. Van groot belang hierbij is of de Nederlandse overheid meer middelen ter beschikking zal stellen. Wij zullen de inspanningen van de Taalunie op dit terrein op de voet volgen. Het blijft natuurlijk wel vreemd dat Nederland inspanningen doet om de positie van het Nederlands in het buitenland te versterken,, terwijl het hoger onderwijs in eigen land bezig is om het Nederlands af te schaffen.

9 augustus 2019. Laaggeletterdheid en het onderwijs

De Sociaal-Economische Raad (SER) heeft in april 2019 het advies ‘Samen werken aan taal’ uitgebracht. Daarin doet de SER voorstellen om laaggeletterdheid effectiever te bestrijden. In Nederland hebben naar schatting 2,5 miljoen mensen moeite met taal, rekenen en het gebruiken van een computer. Laaggeletterdheid maakt het lastig om mee te doen op de arbeidsmarkt en in de samenleving. En brengt bovendien veel andere problemen met zich mee. Laaggeletterdheid is daarom een groot probleem dat snel en effectief moet worden aangepakt , aldus de SER. De SER doet een aantal voorstellen tot verbetering. Een van die voorstellen is meer aandacht voor het vermijden van laaggeletterdheid door goed taalonderwijs vanaf de peuterleeftijd.
In een artikel in het FD van 12 juni in verband met dit rapport van de SER schrijven de auteurs samengevat onder meer: ‘Terwijl samenleving en arbeidsmarkt steeds hogere eisen aan mensen stellen, loopt de taalvaardigheid van jongeren die van school komen terug. De Inspectie van het Onderwijs stelde afgelopen april in de jaarlijkse rapportage ‘De staat van het Onderwijs’  dat het aandeel leerlingen dat onvoldoende taalvaardig het basisonderwijs verlaat is gestegen. Dat geldt deels ook voor het beroepsonderwijs’. In het FD- artikel wordt de overheid opgeroepen de groeiende laaggeletterdheid op te lossen door meer geld beschikbaar te stellen.

Bovenstaande rapporten bevestigen volgens Taalverdediging wat iedereen al weet. Het onderwijs Nederlands in de scholen schiet ernstig tekort. Dat is niet op de eerste plaats, zoals zovelen willen denken, een zaak van meer geld. Het onderwijs moet met de bestaande middelen in staat zijn om alle leerlingen voldoende taalvaardigheid bij te brengen. Dat wil zeggen dat de bestaande middelen op de eerste plaats bestemd moeten worden voor het onderwijs Nederlands. Desnoods moet er maar bezuinigd worden op de andere onderwijsactiviteiten. Ook moet het toezicht veel strenger worden.  De onderwijsinspectie zal echt anders te werk moeten gaan.


5 augustus 2019. Het rapport van de Commissie Van Rijn en de verengelsing

Op verzoek van het ministerie van Onderwijs (OCW) heeft de Adviescommissie  Van Rijn gerapporteerd over de bekostiging van het hoger onderwijs en onderzoek. Het rapport van mei 2019 heeft als titel: ‘Wissel om. Naar een transparante en evenwichtige bekostiging, en meer samenwerking in hoger onderwijs en onderzoek’. In het kader van dit rapport komt ook de sterke toename van het aantal buitenlandse studenten en daarmee de verengelsing van het hoger onderwijs aan de orde.

‘Onbedoelde en onwenselijk effecten van het huidige bekostigingssysteem’, is een van de onderwerpen in het rapport. Er is een pervers mechanisme in het bekostigingssysteem. Door het grote aandeel studentgebonden financiering in het model is het voor instellingen aantrekkelijk om te blijven groeien in studentenaantallen en in het bijzonder buitenlandse studenten (in het rapport wordt steevast gesproken over het politiek correcte ‘internationale studenten’). Het aantal buitenlandse studenten nam toe van 31.568 in 2006 tot 85.955 in 2018. Het gaat hierbij zowel om EER-studenten, afkomstig uit de zogenaamde Europese Economische Ruimte, als om niet-EER-studenten. Deze grote toename roept de vraag op tot welk punt internationalisering bijdraagt aan de kwaliteit van het onderwijs en de Nederlandse economie en samenleving. Voor de kwaliteit van het onderwijs vindt de commissie het van belang dat gericht kan worden gestuurd op instroom. Bij opleidingen met een capaciteitsbeperking, waaronder de betatechnische, ontstaat discussie over mogelijke verdringing van Nederlandse studenten door buitenlandse studenten. Vanwege het EU-recht is het niet mogelijk om in de bekostiging onderscheid te maken tussen Nederlandse en EER-studenten.

De commissie is van mening dat de groeiprikkel zo snel mogelijk dient te worden verminderd, dit voor meer stabiliteit in de onderwijsbekostiging. De commissie komt in het rapport met voorstellen tot aanpassing van de bekostiging. Aanvullende maatregelen zijn echter nodig. Belangrijk is de komst van een wettelijke mogelijkheid om een numerus-fixus niet te laten gelden voor een hele opleiding, maar die numerus-fixus te beperken tot het Engelstalige gedeelte van die opleiding. Deze wettelijke basis is belangrijk om internationale studentenstromen beter te beheersen. De commissie ziet dit als een belangrijke maatregel om te voorkomen  dat Nederlandse studenten de dupe worden, als de Engelstalige tak van een opleiding een te groot beslag legt op de beschikbare capaciteit en middelen. Daarnaast zou het instellingscollegegeld voor niet-EER-studenten een tarief moeten zijn dat de kosten voor zowel onderwijs als onderzoek volledig dekt. 

De internationalisering van het hoger onderwijs komt aan bod in het kader van het onderzoek van de Commissie . Daarmee komt ook de verengelsing die immers door de instellingen bedoeld is om de internationalisering te bevorderen, in beeld. De voorstellen van de Commissie worden overgenomen door de Minister van OCW. Het is te hopen is dat de voorgestelde maatregelen tot minder verengelsing leiden. Taalverdediging twijfelt hieraan. Wij zijn bovendien van mening dat de voorgestelde maatregelen niet ver genoeg gaan. Ons uitgangspunt is dat de verengelsing nergens voor nodig is en dat het onderwijs dus volledig in het Nederlands moet plaatsvinden. Als dat gebeurt, zal  bovendien de toestroom uit het buitenland opdrogen en zal het probleem van de te grote aantallen studenten  zijn opgelost.  

30 juli 2019. Onderzoek Taalunie


De Taalunie is begonnen met een zogenaamd belevingsonderzoek naar het onderwijs Nederlands als vreemde taal  in Duitsland (Noord-Rijnland-Westfalen en Nedersaksen), België (Oost-België, Wallonië en Brussel) en Noord-Frankrijk (Nord-Pas de Calais). Het doel is om meer te weten te komen over de manier waarop leerlingen en lesgevers in het voortgezet onderwijs het onderwijs Nederlands in de betrokken gebieden beleven en ervaren. Ook willen de onderzoekers meer te weten komen over de houding van leerlingen en lesgevers ten opzichte van de Nederlandse taal en de Nederlandse en Vlaamse cultuur.  Op basis van deze analyse worden beleidslijnen en actiepunten geformuleerd om dit onderwijs beter te ondersteunen en de kwaliteit daarvan te verhogen. Nieuw in het onderzoek is dat de mening van de leerling, de eindgebruiker van dit onderwijs, centraal zal staan. Het onderzoek sluit aan bij de doelstellingen die bovengenoemde gebieden samen met de Taalunie hebben geformuleerd in het zogenaamde ’Protocol van Overeenstemming’ uit 2017. Het tijdstip van de eindrapportage is nog niet bekend.

Taalverdediging vraagt zich af waarom de Taalunie zich met dit soort marginale zaken bezig houdt. De taak van de Taalunie is om vorm te geven aan de ontwikkeling van de Nederlandse standaardtaal en de positie van deze standaardtaal in Nederland en Vlaanderen te versterken. Vorengenoemde zaken vormen hiertoe geen bijdrage. De indruk bestaat bovendien dat het om een boterzacht onderzoek gaat. Wat te denken van een onderzoek, waarbij de beleving van de leerling centraal zal staan?  Moet de inhoud van dit onderwijs afhangen van de beleving van de leerling?  Taalverdediging wacht het rapport in berusting af. 


29 juli 2019. Engels, de ideale niemandstaal?

In een artikel in de Standaard van 15 juli stelt Gaston Dorren dat het Engels de ideale niemandstaal  voor de Europese Unie (EU) is. Aanknopingspunt is het komende vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU. Dit heeft op taalgebied gevolgen. Op dit ogenblik heeft van de EU-bevolking 13 procent Engels, 18 procent Duits en 12 procent Frans als moedertaal.  Engels, Frans en Duits zijn de officiële werktalen. In de praktijk overheerst het Engels. Maar na de Brexit daalt het aandeel Engelstaligen tot 1 procent. Het lijkt logisch dat de grootste talen de grootste rol in het bestuur toekomt, maar dat is de logica van de macht, niet die van de wijsheid en de ervaring . De ervaring leert: als de bevolking veel talen spreekt, is het riskant om een van de machtigste talen een bijzondere rol te gunnen. India (in eerste instantie) en België worden aangehaald als voorbeelden van  hoe het niet moet. Mozambique, Tanzania en Indonesië worden aangehaald als voorbeelden van hoe het wel moet.  In Mozambique is het Portugees, de taal van de voormalige kolonisator, bestuurstaal geworden. In Tanzania is het Swahili, een wijdverbreid handelstaal, de bestuurstaal. In Indonesië spreekt bijna de helft van de bevolking Javaans. Toch is als bestuurstaal gekozen voor het Maleis, de taal van een kleine minderheid en ook gebruikt als handelstaal. De auteur trekt de lijn door en stelt voor om het Engels tot enige bestuurstaal van de EU te maken. Het Engels is vrijwel niemands moedertaal en word toch door een groot aantal bewoners gesproken als tweede taal. Het Engels als niemandstaal.

Taalverdediging wijst het voorstel van Dorren af. De eerste vraag is of de gegeven voorbeelden wel zo gelukkig zijn. Verloopt alles in die landen naar wens ? De auteur zwijgt erover. Belangrijker is de vraag of de getrokken vergelijking wel juist is.  Kunnen de stamtalen in Mozambique vergeleken worden met de talen in Europa? Vanzelfsprekend niet. In Mozambique gaat het om talen die niets voorstellen. Ze hebben niet eens een eigen schrift. De Europese talen hebben  een lange geschiedenis als cultuur- en bestuurstaal en het ligt niet voor de hand die zo maar op te geven. De auteur laat na om zijn voorstel uit te werken. Betekent zijn voorstel bijvoorbeeld ook dat het hoger onderwijs  in de EU Engelstalig moet worden? Van belang is ook de vraag hoe een gemeenschappelijke bestuurstaal op lange termijn uitwerkt. Blijft het bij een bestuurstaal die binnen de perken blijft? Die kans is klein. Als er eenmaal een bestuurstaal is, zal die een steeds grotere rol gaan spelen en op den duur de andere talen verdringen. Er is een voorbeeld dichtbij. In Nederland is een van de streektalen geworden tot bestuurstaal en heeft daarmee uiteindelijk de andere streektalen gedwongen tot een marginale rol als dialect. Willen wij dit in de EU?  Het voorstel van Dorren is vreemd en ongewenst.

Ten slotte wijzen wij er op dat na uittreding van het Verenigd Koninkrijk het Engels geen verdragstaal van de Europese Unie meer zal zijn en dat niet in te zien valt hoe het Engels na deze uittreding nog een rol kan spelen in de EU.

26 juli 2019. De teloorgang van Nederlandse taal en cultuur binnen academische instituties

Onder deze titel verscheen op 21 juli 2019 een artikel op het internetmedium The Post  Online. De auteur maakt bezwaar tegen de verengelsing van het hoger onderwijs. De auteur gaat in op twee argumenten van de universiteitsbesturen waarom de internationalisering  nodig zou zijn. Ten eerste zou de internationalisering nodig  zijn om de diversiteit op de universiteit te vergroten. De auteur is van mening dat het daarvoor niet  nodig is om studenten uit het buitenland te halen. In eigen land zijn er genoeg mogelijkheden tot diversiteit. Er zijn genoeg jongeren met een migratie-achtergrond (culturele diversiteit) of uit een niet-academische omgeving (sociale diversiteit), die willen gaan studeren. Het gevolg van het thans gevoerde beleid zou kunnen zijn dat de universiteit een plek wordt voor welvarende elites. Voor Nederlanders wordt studeren steeds duurder, terwijl voor rijke buitenlandse studenten de deur wagenwijd wordt opengezet. Ten tweede zou door de internationalisering het voor Nederlandse studenten gemakkelijker worden om in het buitenland te gaan studeren. Dit klopt volgens de auteur ook niet. Nederlandse studenten gaan graag voor een paar maanden naar het buitenland, maar zelden voor een volledige bacheloropleiding.

Vervolgens geeft de auteur twee redenen om te stoppen met de verengelsing. Onderwijs moet plaatsvinden in de landstaal om niet onnodig een drempel op te werpen voor jongeren uit cultureel of sociale minderheden. De tweede reden van de auteur is dat internationalisering niet ten koste moet gaan van de kwaliteit van het onderwijs. Door de verengelsing zijn immers de sluizen opengezet, met als gevolg dat de organisatie van de universiteiten onvoldoende is voorbereid.

Taalverdediging is blij dat een artikel over de verengelsing wordt gepubliceerd door The Post on Line. Op deze wijze komt de problematiek onder ogen van een breder lezerspubliek. Wellicht is dit een teken dat de verengelsing van onze taal en cultuur ook in die kringen als een probleem wordt gezien  De kwaliteit van het artikel valt echter nogal tegen. De argumenten van de universiteiten worden wel heel beperkt weergegeven. Er wordt vergeten te vermelden waarom er zo weinig Nederlandse studenten naar het buitenland gaan. Dat heeft te maken met het feit dat in het buitenland de meeste opleidingen nog steeds plaatsvinden in de landstaal en dat Nederlandse studenten zodoende worden gedwongen om eerst de landstaal te leren. De aandacht voor sociale en culturele minderheden is eenzijdig.  Taalverdediging is van mening dat de verengelsing voor alle Nederlandstalige studenten een benadeling vormt. Kortom: de bedoeling van het artikel is goed, de uitwerking kan beter.


20 juli 2019. Subsidie Nuffic wordt aanzienlijk gekort

Eén van de grootste spelers in het afschaffen van onze taal op de universiteiten is het Nuffic. Nuffic werft op kosten van de belastingbetaler studenten in het buitenland, die ingeprent worden vooral geen Nederlands te gaan leren als ze in Nederland zijn, want dat werkt de verengelsing van de universiteiten tegen. Met een netwerk van buitenlandse kantoren ronselt Nuffic studenten in tal van landen, één van de redenen dat studieplaatsen voor Nederlandse studenten in het geding komen.

Welnu, groot nieuws! Het ministerie van onderwijs is voornemens de subsidie aan Nuffic fors in te perken. En het korten van de subsidie lijkt precies gericht op de ronselactiviteiten van Nuffic, want het kantorennetwerk in het buitenland moet eraan geloven. De activiteiten van Nuffic die lijken te blijven bestaan hebben te maken met het wederzijds erkennen van diploma's van Nederland en andere landen, activiteiten die minder schadelijk lijken voor onze taal.

Het gaat nog maar om een voornemen, maar niettemin is dit een bijzonder positieve wending. Als men op het ministerie de absurditeit begint in te zien van het ondermijnen met belastinggeld van onze eigen taal, maar ook het ondermijnen van de studiekansen van onze knappe koppen, dan is dat een doorbraak.

16 juli 2019. Denkend aan Nederland

Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) beschrijft in het in juni 2019 uitgekomen rapport ‘Denkend aan Nederland’ de Nederlandse identiteit vanuit het perspectief van de Nederlandse burger. Aan Nederlanders zelf is gevraagd wat zij belangrijk vinden voor hun gevoel van verbondenheid met hun land. Niet eerder is onder Nederlandse burgers wetenschappelijk onderzoek gedaan naar wat zij verstaan onder Nederlandse identiteit. Opvallend zijn de grote overeenkomsten in wat men typisch Nederlands vindt en waar ze zich mee verbonden voelen. Mensen benoemen vooral culturele kenmerken als typerend voor Nederland: eerst en vooral de taal, maar ook symbolen en tradities. Een van de vragen is: vindt u het erg als uw (eventuele) kleinkinderen geen Nederlands meer zouden spreken. Er zijn 100 antwoorden. Hiervan vinden het 15 niet erg, 66 wel erg en 19 hebben geen mening.

Taalverdediging is blij met dit rapport. Eindelijk wordt er aandacht besteed aan de eigen taal en cultuur. In Nederland is dat geen vanzelfsprekendheid. Wel moet gezegd worden dat de aandacht voor taal als verreweg het belangrijkste onderdeel van de eigen cultuur te weinig aan bod komt. Het komt hier en daar ter sprake, maar meestal in algemene zin. De vorengenoemde uitslag van de vragen geeft geen reden tot optimisme. Van de 100 antwoordgevers vinden 15 het niet erg en 19 weten het niet. Deze uitslag moet toch vooral toegeschreven worden aan onwetendheid. Een van de oorzaken van deze onwetendheid is het feit dat Nederlanders niet meer opgevoed worden met dit soort zaken. Het onderwijs en de media zijn in handen van het weg-met-ons denken. Misschien kan dit rapport helpen om deze zaken weer bespreekbaar te maken. 


28 mei 2019. Vrije Universiteit heft opleiding Nederlands op

De Vrije Universiteit (VU) te Amsterdam heft de afstudeerrichting Nederlands van de bacheloropleiding  ‘Literatuur en Samenleving op.  De reden hiervoor is dat de afstudeerrichting al jaren te weinig studenten trekt. (minder dan 10 per jaar) en het financieel niet haalbaar is om dit onderdeel van de opleiding nog langer in stand te houden. Dit werd bericht op 25 februari 2019.
Voor ingewijden komt de sluiting niet als een verrassing. De afstudeerrichting Nederland is de afgelopen jaren stap voor stap ontmanteld. Dit was de laatste stap.  .
De opheffing past in een ontwikkeling van dalende belangstelling voor een opleiding Nederlands. De voorbije 10 jaar is het aantal studenten Nederlands over heel Nederland met ruim 60% gedaald. Ook de lerarenopleidingen Nederlands bij de universiteiten en de hogescholen laten een daling zien.

De minister van Onderwijs heeft begrip voor het besluit van de VU. Zij stelt verder dat er elders in Nederland nog voldoende mogelijkheden zijn om Nederlands te studeren. Aangezien ook elders de aanmeldingen teruglopen, gaat zij om die reden verder onderzoek doen om het probleem op te lossen. Op verzoek van de minister zal de KNAW een advies uitbrengen over de situatie bij de universitaire opleidingen  Nederlandse Taal en Cultuur. Het advies zal rond de zomer van 2019 verschijnen.

Op de beslissing van de VU zijn veel reacties gekomen. Ook de Taalunie, bij monde van directeur Hans Bennis, geeft een reactie. Bennis wijst op de vreemde tegenstelling dat mensen die hier komen wonen meteen Nederlands moeten leren, maar dat er in ons schoolsysteem steeds minder aandacht is voor het Nederlands. Als oorzaak van de terugloop wordt aangegeven dat het vak Nederlands op de middelbare scholen te weinig aantrekkelijk zou zijn. Er zou te veel aandacht zijn voor taalkunde en te weinig voor letterkunde  (literatuur). Het uitzicht op het beroep zou ook niet aantrekkelijk zijn. Bennis maakt een vergelijking met de goede ontwikkeling van de Neerlandistiek in het buitenland. Wereldwijd wordt aan 150 universiteiten Nederlands gegeven door 600 docenten. Helaas heeft het niet veel zin om die vergelijking te maken. Het zijn twee geheel verschillende systemen.
Ook professor Van Oostendorp (Radboud Universiteit) reageert. Er is een Raad voor  de Neerlandistiek opgericht. Die vertegenwoordigt de zes universiteiten die de studie Nederlands aanbieden. Ook de Taalunie zit in deze nieuwe raad. Doel is niet alleen te wijzen naar het vak Nederlands in het voortgezet onderwijs, maar ook te zoeken naar concrete maatregelen die de universiteiten zelf kunnen nemen. Er is ook sprake van een noodzaak om op te treden. Er dreigt in de huidige situatie namelijk een tekort aan leraren Nederlands in het voortgezet onderwijs.
Verhelderend is de mening van een betrokken student over de situatie bij de VU: ‘het Nederlandse traject haalt nog geen vijf studenten binnen, terwijl het Engelse traject van de opleiding floreert. Dat komt niet alleen door internationale (red. lees: buitenlandse) studenten. Ook een groot deel van de Nederlandse studenten kiest voor de afstudeerrichting Engelse literatuur. We hebben ten aanzien van onze cultuur en literatuur een soort minderwaardigheidscomplex.

Taalverdediging is van mening dat sluiting van de opleiding bij zulke lage studentaantallen moeilijk te voorkomen is. Het probleem ligt bij de geringe belangstelling om de opleiding te volgen. Het in betrokken kringen veelgehoorde argument dat de oorzaak zou liggen bij de eenzijdige benadering van het vak Nederlands in het voortgezet onderwijs klinkt niet overtuigend. Er zou meer aandacht aan literatuur besteed moeten worden. Dat zal niet helpen. De belangstelling bij leerlingen in het voortgezet onderwijs voor literatuur is niet groot. De oorzaak moet eerder gezocht worden bij het dalende aanzien van het Nederlands in de samenleving.  Die daling is te wijten aan een reeks van factoren. Belangrijk is de verengelsing van de Nederlandse samenleving op vele fronten. Waarom zou een scholier belangstelling voor de Nederlandse taal ontwikkelen als die scholier ziet dat het Nederlands overal in de samenleving wordt achtergesteld, op de universiteiten zelfs wordt verbannen? Engels krijgt zodoende het aanzien van een universele taal en maakt zo het Nederlands tot tweederangstaal. Van invloed is ook het feit dat de overheid jarenlang een campagne heeft gevoerd om scholieren te laten kiezen voor natuurwetenschappen en techniek.
De oplossing van het probleem zal dus moeten komen van een brede herwaardering van het Nederlands in eigen land. De overheid zal een taalbeleid moeten opstellen. Dat betekent dus dat de overheid met een sturend beleid de verengelsing gaat bestrijden. De verengelsing van het onderwijs (met inbegrip van het vroeg vreemde talenonderwijs in de basisscholen) moet teruggedraaid worden. De voertaal in Nederland, zowel in het publieke als in het privé-domein (bedrijfsleven) moet het Nederlands zijn.  


21 mei 2019. Engels in de basisschool niet effectief


Sinds het jaar 2000 zijn er steeds meer basisscholen begonnen met het zogenaamde vroeg vreemdetalenonderwijs (VVTO). De bedoeling van dit VVTO is om jonge kinderen op een natuurlijke wijze de Engelse taal aan te leren en internationaal bewust bij te brengen. Vanaf groep 1, in plaats van de gebruikelijke groep 7, wordt Engels onderwezen. Meestal gaat het om een uur Engels. Inmiddels geeft bijna 20 procent van de scholen een vorm van dit soort onderwijs.
Daarnaast loopt vanaf 2014 een door de minister van Onderwijs goedgekeurd experiment waarbij 19 basisscholen 30 tot 50 procent van de lessen in het Engels mogen geven. Rekenles kan dus in het Engels plaatsvinden. Dit experiment is inmiddels verlengd tot 2023.

De lessen in het kader van het VVTO-programma lijken echter weinig effect te hebben. Dat blijkt uit onderzoek van taalwetenschapper Claire Goriot. Op 22 februari promoveerde zij op dit onderzoek aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. Goriot vergeleek voor haar onderzoek drie groepen kinderen: kinderen die pas in groep 7 Engelse les kregen, kinderen die vroeg vreemdetalenonderwijs (dus vanaf groep 1) kregen en kinderen die zogenaamd tweetalig onderwijs op een van de experimentscholen kregen.
Goriot: ‘Er zijn weliswaar geen negatieve effecten voor de Nederlandse taalontwikkeling, maar ik heb ook nauwelijks positieve effecten gevonden voor de Engelse taalontwikkeling bij kinderen die in plaats van in groep 7 in groep 1 met Engels beginnen. Kinderen die tweetalig onderwijs in een experimentschool krijgen doen het wel beter.

Taalverdediging is nog steeds van mening dat Engels op de basisschool een slechte zaak is. Dat geldt des te meer voor tweetalig onderwijs waarmee nu een experiment wordt gehouden. Het veel gehoorde argument dat er geen negatieve effecten voor de Nederlandse taalontwikkeling ontstaan, gaat niet op. Het is hoogst twijfelachtig of er geen negatieve effecten zijn. Bovendien, ook zonder negatieve effecten, is het Nederlands van kinderen die de basisschool verlaten nu al onvoldoende. Er moet dus meer aandacht en meer tijd aan Nederlands besteed worden op de basisschool. Er is geen ruimte voor Engels op de basisschool. Bovendien is Engels op de basisschool niet nodig. Het voortgezet onderwijs biedt daartoe voldoende mogelijkheden.
Nu blijkt uit onderzoek dat vroeg vreemde talenonderwijs niet het beoogde doel bereikt. Er zijn echter wel aanzienlijke kosten. Taalverdediging is dan ook van mening dat VVTO zo snel mogelijk afgeschaft dient te worden. Dit geldt des te meer voor het zogenaamde tweetalig onderwijs. 

20 mei 2019. Minister van onderwijs wil verengelsing niet tegenhouden.

Naar aanleiding van een rapport van de Onderwijsinspectie van december 2018 inzake het taalbeleid in het hoger onderwijs (‘Nederlands of niet, gedragscodes en taalbeleid in het hoger onderwijs’) hebben leden van de Tweede Kamer vragen gesteld. Met brief van 26 april 2019 heeft de minister deze vragen beantwoord. Dit in het licht van het door haar ingediende wetsontwerp ‘Taal en toegankelijkheid’ van 20 december 2018. Hieronder volgen enkele standpunten van de minister.

Instellingen die een opleiding willen verengelsen, moeten daartoe op grond van de wet een gedragscode opstellen. Die gedragscode is er in veel gevallen niet.  De minister is van mening dat de instellingen een gedragscode moeten opstellen en zal er op toezien dat dit ook gebeurt. (opmerking redactie: dit zegt  al genoeg over het naleven van de wet).

De enkele omstandigheid dat dat zich voor een opleiding veel buitenlandse studenten aanmelden, vaak juist omdat een instelling deze opleiding in het Engels aanbiedt, kan niet de enige reden zijn dat deze opleiding in het Engels wordt verzorgd. De instellingen moeten een taalbeleid ontwikkelen waarbij de uitgangspunten zijn de kwaliteit van het onderwijs en de toegankelijkheid van de opleiding voor Nederlandstalige studenten. Het gaat alleen om een inspanningsverplichting. De Onderwijsinspectie zal toezien op de uitvoering van de wet.

De instellingen moeten zich op grond van artikel 1, lid 3 van de WHW wat betreft Nederlandstalige studenten mede richten  op het bevorderen van de uitdrukkingsvaardigheid in het Nederlands. De minister wil deze bepaling handhaven, maar is niet bereid om een resultaatsverplichting op te leggen. De uitwerking blijft in handen van het hoger onderwijs.   

Instellingen moeten procedurevoorschriften opnemen in hun taalbeleid, bijvoorbeeld inzake inspraak van de medezeggenschap en opname in het Onderwijs- en Examenreglement. De minister laat de uitwerking over aan de instellingen zelf.
In het beleid moet ook worden opgenomen  op welke wijze de instelling zich inspant om de kwaliteit van het onderwijs en de toegankelijkheid van van de opleiding te waarborgen. Ook dit is een zaak van de instellingen zelf.

Moeten studenten bij alle instellingen via de examencommissie een verzoek kunnen indienen om de examentoets in het Nederlands af te leggen? De minister laat dit aan de instellingen over.

Engelstalige masteropleidingen selecteren onder meer op basis van het taalniveau Engels. De minister wil een helder taalbeleid van de instellingen, zodat studenten zich tijdens de bachelorfase kunnen voorbereiden. Het is een zaak van de instellingen. Er bestaat landelijk overleg, waarbij de instellingen afspreken dat er op landelijk niveau  voldoende Nederlandstalige opleidingen beschikbaar zijn.  

De algemene indruk is dat de minister zo veel mogelijk wil overlaten aan de instellingen. Als er iets geregeld moet worden, is dat in algemene zin. De uitvoering is geheel in handen van de instellingen. Dit is een slecht voorteken. Het betekent dat de instellingen, zoals in het verleden, kunnen doorgaan met het niet-naleven van de wet. Het aanwezig zijn van een taalbeleid en een bijbehorende gedragscode geeft geen enkele zekerheid. Het gaat om de uitvoering en dat biedt voldoende mogelijkheden om de bedoeling van de wet te saboteren.
Taalverdediging heeft uitgaande van de antwoorden van de minister dan ook geen enkel vertrouwen in een verbetering. Deze minister is het verlengstuk van de instellingen. De Kamervragen laten zien dat ook de kamer het niet hard zal spelen. Veel vragen over het ontbreken van een gedragscode. Geen vragen over de inhoud van de gedragscode. 
Ook van de Onderwijsinspectie valt niet veel te verwachten. Deze instelling houdt het toezicht op de nakoming van de wettelijke voorschriften door de instellingen. Dat is in de afgelopen jaren duidelijk niet gebeurd. Ondanks de duidelijke ‘Nederlands tenzij’ bepaling werd de huidige wet werd massaal overtreden en de Onderwijsinspectie deed niets.


20 mei 2019. Taalverdediging over nieuwe taalwet.

De minister van Onderwijs heeft een wijziging van de Wet op het Hoger Onderwijs en het Wetenschappelijk Onderzoek ingediend, waarin onder meer wordt voorgesteld om artikel 7, lid 2 van deze wet aan te passen. Hierna volgt de ingediende reactie van Taalverdediging. 

Stichting Taalverdediging is van mening dat artikel 7.2 van de Wet op het hoger onderwijs niet gewijzigd dient te worden. De uitzonderingen die de huidige wet biedt zijn meer dan voldoende. Verder dient de huidige wet volledig nageleefd te worden. Wat de naleving betreft, zien wij eigenlijk geen enkele reden om een uitzondering op het taalregime te maken. Al het onderwijs dient in het Nederlands plaats te vinden. Nederlanders die hoger onderwijs willen volgen, hebben recht op onderwijs in de eigen taal. Het hoger onderwijs in Nederland wordt immers betaald uit de belastingopbrengsten. Hoger onderwijs dient de werkgelegenheid in eigen land.

Engels als voertaal in het hoger onderwijs betekent een aanzienlijke verzwaring van de studielast. Naast academisch Nederlands moet een student ook academisch Engels beheersen. Engels als voertaal betekent dus een hinderpaal om te gaan studeren. Dat noemen wij uitsluiting van Nederlandse studenten.
Engels als voertaal is niet nodig. Van de afgestudeerden gaat bijna iedereen werken in een Nederlandstalige omgeving.
Engels als voertaal is schadelijk. Studenten leren zich niet uitdrukken in academisch Nederlands. Het Nederlands op het hoogste niveau wordt afgeschaft. Het zelfscheppende vermogen van de eigen taal verdwijnt. Het Nederlands wordt een huis-, tuin- en keukentaal.
Engels invoeren om buitenlandse studenten aan te trekken is helemaal niet nodig. Nederland heeft die studenten niet nodig. Als er een tekort aan bepaalde beroepskrachten is, dient de overheid de betreffend opleidingen te bevorderen. Omgekeerd geldt ook: als de voertaal Nederlands is, zal het aantal buitenlandse studenten zeer sterk afnemen.
Door de grote toestroom van buitenlandse studenten worden Nederlandse studenten uitgesloten van numerus fixus opleidingen.
Ons bovenstaande standpunt moge duidelijk zijn.

20 mei 2019. Oproep van 194 prominenten aan de Tweede Kamer

Op 29 maart hebben 194 prominenten een oproep gedaan aan de Tweede Kamer inzake de verengelsing van de instellingen van hoger onderwijs. In 10 punten worden de bezwaren naar voren gebracht.
1
 Het hoger onderwijs schendt op grote schaal de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHO). Die wet schrijft voor dat het onderwijs in beginsel in het Nederlands wordt verzorgd en dat  instellingen van hoger onderwijs de Nederlandse taalvaardigheid van Nederlandse studenten bevorderen.
2
Excessief aanbod Engelstalige opleidingen zonder inhoudelijke noodzaak.
3
Bekostigingssysteem als primaire oorzaak
Volledig Engelstalige opleidingen oefenen namelijk een grote aantrekkingskracht uit op buitenlandse studenten, die hier, als zij  uit Europa komen, relatief goedkoop een opleiding kunnen volgen. Niet alleen het Nederlands, maar ook de Nederlandse student raakt daardoor in de verdringing, vanwege strengere selectie en een extra-taalbarriere. Het huidige bekostigingsstelsel is onhoudbaar, omdat er wat bekostiging betreft geen verschil wordt gemaakt tussen Engelstalig en Nederlandstalig onderwijs.
4
Ontoereikende Engelse taalvaardigheid
De Nederlandse studenten leveren door de verengelsing van het onderwijs nog meer in, zoals het vanzelfsprekende recht op het gebruik van de moedertaal als steunpilaar in hun academische ontwikkeling. Het zwakkere Engels belemmert hun uitdrukkingsvermogen, begripsvermogen en denkvermogen in Engelstalig onderwijs.
5
Stagnerende Nederlandse taalvaardigheid.
6
Afnemende kwaliteit beroepsuitoefening.
Het functioneren van allerlei maatschappelijke sectoren waarin studenten die volledig  Engelstalig onderwijs genoten hebben na hun opleiding komen te werken dreigt te verslechteren door het tekortschietende Nederlands van deze studenten.
7
Ondergang Nederlands als wetenschapstaal.
Wanneer de studenten het Nederlands niet meer op academisch niveau aanleren, verliezen we uiteindelijk de mogelijkheid om in die taal complexe ideeën te bedenken en uit te wisselen.
8
Bedreiging andere talen
De uniformering van het taalgebruik druist juist in tegen het ideaal van diversiteit en heeft tot gevolg dat de internationalisering in de ware zin des woords juist afneemt.
9
Verdieping tweedeling samenleving.
De instellingen bevorderen niet de cohesie in de samenleving via een gemeenschappelijke taal voor hoger- en lager opgeleiden. De al zichtbare tweedeling wordt juist vergroot. Door het Nederlands niet op waarde te schatten, miskennen ze zijn belangrijke rol in de vorming van onze nationale identiteit en tradities.
10
Noodzakelijke balans tussen Engels en Nederlands.
 Als de huidige ontwikkeling doorzet, zijn onze universiteiten binnen enkele jaren volledig verengelst.

Ten slotte;
De prominenten roepen de kamer op per direct maatregelen te treffen om de teloorgang van het Nederlands in het hoger onderwijs tegen te gaan. De door de minister ingediende herziening van de wet gaat niet ver genoeg.  Er moeten meer waarborgen komen.

Taalverdediging steunt bovengenoemde oproep ten volle. Niet alles is genoemd in de oproep. Wij noemen nog het volgende.
Volgens cijfers van het Nuffic waren in 2018 van alle studenten (725.000) meer dan 10% (76.000) afkomstig uit het buitenland.  Het merendeel komt uit Europa en wordt volgens de bestaande afspraken betaald door de Nederlandse belastingbetaler. Het aantal Nederlandse studenten dat in het buitenland studeert bedraagt volgens Nuffic 16.000, waarvan twee derde met meenemen van de Nederlandse studiefinanciering. Hier is dus sprake van een zeer grote verschil tussen inkomende en uitgaande studenten, waar Nederland de rekening voor betaalt.     

20 mei 2019. Aanval op de standaardtaal in Vlaanderen


In dagblad De Standaard van 22 februari staat een artikel van Stefan Grondelaers met als titel ‘De kwaal van de standaardtaal’. De uit Vlaanderen afkomstige Grondelaers is docent sociolinguïstiek aan de Radboud Universiteit van Nijmegen. In zijn artikel gaat hij tekeer tegen het Nederlands als standaardtaal. 
Om historische redenen heeft zich in Vlaanderen geen standaardtaal ontwikkeld. Vlaanderen heeft daarom de standaard van Nederland overgenomen. De Vlamingen hebben die standaard nooit  op grote schaal overgenomen, aangezien de afstand van het dialect tot die standaard te groot was. In plaats daarvan ontstond een tussentaal, een mengeling van standaardtaal en dialect, in meerdere vormen. De auteur is van mening dat het gebruik van de standaardtaal voor de meeste mensen niet haalbaar is. De tussentaal moet dus meer ruimte krijgen.
In Vlaanderen heeft de openbare omroep VRT de taak om de standaardtaal te gebruiken. De praktijk ziet er anders uit. In veel programma,s wordt tussentaal gebruikt. Grondelaers wil dat de VRT ook formeel de bevoegdheid krijgt om de tussentaal meer ruimte te geven.
Het stuk van Grondelaers is een pleidooi voor georganiseerde taalverloedering.  Taalvariatie verzwakt de positie van de standaardtaal. In Vlaanderen waar de standaardtaal een zwakke positie heeft , is dat heel onverstandig.
Vlaams minister-president Geert Bourgeois heeft gereageerd. Hij is fel tegen de verzwakking van de standaardtaal. De standaardtaal zorgt voor gelijke kansen. Er is in een taalgebied een standaardtaal nodig om elkaar te begrijpen. Iedereen moet die standaardtaal goed kunnen spreken.    

Om de tegenstelling tussen standaardtaal en tussentaal op te heffen heeft de Nederlandse Taalunie een commissie aangesteld om een visie op taalvariatie op te stellen. Op basis van die visie heeft  de Taalunie vervolgens een plan opgesteld dat de Vlaamse en Nederlandse ministers inmiddels hebben goedgekeurd. 
In de visietekst pleiten de opstellers, waarvan Grondelaers er een is, er voor dat regionale variatie aanvaard wordt en dat het nut van omgangstalen erkend wordt. Dit geldt de gesproken taal. In de geschreven taal moet de standaardnorm gehandhaafd worden.
Opmerkelijk is dat de Taalunie zich leent voor een rapport over taalvariatie. De taalunie dient de standaardtaal te bevorderen en niet de tussentaal. De Taalunie laat zich hier voor het karretje van de sociolinguïsten spannen. Taalvariatie is een belangrijk onderdeel van de sociolinguïstiek. Zoals bekend willen sociolinguïsten minder ruimte voor de standaardtaal.  Omgangstalen zijn gelijkwaardig aan de standaardtaal. Foute taal bestaat niet. Niemand mag gedwongen worden om de standaardtaal te gebruiken. Voor deze taalkundigen kan de lat niet laag genoeg gelegd worden. Een van de uitgangspunten is dat  iedere taalgebruiker moeiteloos het taalgebruik aanpast aan de omstandigheden. In een werksituatie spreek je anders dan thuis.. De sociolinguïstiek wordt bedreven door politieke activisten die als taalkundige vermomd zijn.
Geheel verbazen doet het rapport van de Taalunie niet. De rapporteurs waren voornamelijk sociolinguïsten en de directeur van de Taalunie is een sociolinguïst. Het wordt tijd dat de Taalunie van koers verandert

Taalverdediging is een groot tegenstander van taalvariatie. Taalvariatie werkt alleen als de standaardtaal goed wordt beheerst. Alleen dan kan iemand goed van taalvariant  veranderen. De praktijk is echter anders. Tussentaal wordt gebruikt door mensen die niet anders kunnen dan de tussentaal. Taalvariatie is voor de meeste mensen onhaalbaar en betekent dus in de praktijk een verzwakking  van de standaardtaal.  Alle aandacht dient uit te gaan naar het goed aanleren van de standaardtaal en het gebruik daarvan in alle domeinen van het maatschappelijk leven.



30 april 2019. De kwalijke invloed van de Europese Unie

Op 29 april vond in Maastricht een debat plaat in het kader van de verkiezingen voor het parlement van de Europese Unie (EU), die op 23 mei zullen plaatsvinden. Deelnemers aan het debat waren de personen die namens hun politieke combinatie in het EU-parlement voorzitter van de Europese commissie willen worden. De debatavond werd samen met de Universiteit van Maastricht georganiseerd door Politico, een in Brussel gevestigd persbureau, die in feite optreedt als propagandamiddel van de Europese Unie. Van de vijf deelnemers waren er drie Nederlandssprekend. Een kwam uit Tsjechië en een kwam uit Slovenië.

Nederlanders kunnen bij verkiezingen voor het EU-parlement alleen stemmen op Nederlandse kandidaten. Je zou dus verwachten dat een verkiezingsdebat in Maastricht met Nederlands als voertaal zou worden gehouden. Niets is minder waar. De voertaal was Engels. Hieruit blijkt dus dat de EU, die naar buiten toe de veeltaligheid in het vaandel heeft staan, in feite streeft naar eentaligheid, met Engels als voertaal. Het gaat hier weliswaar niet om een debat van de EU, maar de kandidaten ter plekke gaan akkoord met deze gang van zaken. Het uitgangspunt is blijkbaar dat Engels de voertaal is , zodra het om een zogenaamde Europese verkiezingsbijeenkomst gaat. Voorgaande is des te vreemder als bedacht wordt dat na het uittreden van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie het Engels geen EU-taal meer zal zijn.

Deze gang van zaken is een ernstige bedreiging voor de levensvatbaarheid van de andere talen. Het Engels zal een steeds groter deel van het taaldomein in beslag nemen. De debatavond werd ook, vertaald, in het Duits en Frans uitgezonden. De luisteraars en kijkers konden zodoende niet horen dat er Engels werd gesproken. Het Nederlands komt er helemaal bekaaid vanaf. Het is nu dus zo dat het voor Nederlanders niet meer mogelijk is om in de eigen taal naar een dergelijk debat te luisteren. Opmerkelijk is ook dat in de media geen enkele vraag wordt gesteld over deze gang van zaken.

De vraag rijst waarom deze debatten op deze manier worden gehouden. De vijf Europese partijen hadden ook elk een Nederlandssprekende persoon kunnen afvaardigen. Blijkbaar gaat het hier om een bewuste opzet. Meer EU, dus meer Engels.

Het gevaar is groot dat deze ontwikkeling verder gaat. Er zijn in Nederland genoeg krachten die dit geweldig vinden en er graag aan meewerken. Slotsom: de EU is een groot gevaar voor de Nederlandse taal en cultuur.

4 april 2019 - Een internationalist in de tegenaanval

 In de Volkskrant van 29 maart stond een oproep van een groot aantal hoogleraren aan de Tweede Kamer met als kop: 'Kamerleden, de toekomst van het Nederlands ligt in uw handen.' De kamerleden werden opgeroepen de verengelsing van de universiteiten een halt toe te roepen.

Zoals viel te verwachten was een dergelijk oproep een reden voor allerlei internationalisten om naar voren te komen en het nieuwe geloof te prediken. Lees verder...

27 maart 2019 - Leer Europa de schoonheid van het Nederlands kennen

In de Volkskrant van 5 maart 2019 schrijft oud-docent Nederlands Tiny Rutten een artikel met als titel 'Leer Europa de schoonheid van het Nederlands kennen' met als ondertitel: 'Niet minder Nederlands, meer! Een duidelijke, praktische en leuke taal voor heel Europa. Lees verder...

25 maart 2019 - BON krijgt LOF-prijs van Stichting Nederlands 

BON krijgt LOF-prijs van Stichting Nederlands. Lees verder...

9 feb 2019 - Lokaal Limburg wil het Nederlands terug op de luchthaven

Het nieuws over de afschaffing van het Nederlands op de borden van de Luchthaven van Maastricht is ook doorgedrongen tot binnen de muren van het Gouvernement in de Nederlands-Limburgse hoofdstad, waar het provinciebestuur zetelt. Bij het vernemen van dit slechte nieuws sprong het Provinciaal Statenlid van de partij Lokaal Limburg, Raymond Franssen als door een wesp gestoken van zijn zetel en spoedde zich naar de salon waar het college van Gedeputeerde Staten net van de ochtendkoffie met kersenvlaai zat te genieten. Lees verder...


9 feb 2019 - Luchthaven Maastricht stelt Nederlands achter

De strijd tegen de taalmisstanden op de Nederlandse luchthavens bereikt een nieuw dieptepunt. Na de luchthavens Schiphol en Welschap heeft helaas nu ook de Luchthaven Maastricht zich aangesloten bij deze taalzondaars en faseert het Nederlands uit. Lees verder...

1 feb 2019 - Wetswijziging voertaal hoger onderwijs

Zoals aangekondigd heeft de minister van Onderwijs de voorgestelde wijziging van de Wet op het hoger onderwijs (WHW) voorgelegd ter consultatie. Hierin (in de voorgestelde wetswijziging) wordt ook artikel 7.2 WHW (op basis waarvan BON in 2018 een rechtszaak voerde tegen twee universiteiten) gewijzigd. Op dit moment stelt dit artikel nog dat onderwijs in een andere taal dan het Nederlands alleen is toegestaan als hiertoe noodzaak is. De nieuwe versie rept niet meer van 'noodzaak'. In plaats daarvan mag het onderwijs in een andere taal dan het Nederlands worden gegeven indien:

'dit gelet op de specifieke aard, de inrichting of de kwaliteit van het onderwijs, meer dan het voeren van het Nederlands, in het belang is van het verwerven van de kennis, het inzicht of de vaardigheden die een student bij een beëindiging van de opleiding moet hebben verworven'.  Lees verder...

De crisis van de democratie

Er is een hoop om te doen geweest: De zittende politiek wilde graag van het referendum af. Op zich is het referendum een politiek onderwerp dat niet direct met taal te maken heeft en dus in beginsel niet op het bordje van Taalverdediging ligt, doch raakt het één wel het ander. De Socalistische Partij maakte dit haarfijn duidelijk op het Symposium over 'de crisis van de democratie':

Volgens De Voogd kleven er evidente nadelen aan het referendum. “Je kunt tot allerlei tegenstrijdige resultaten komen:  lagere belastingen én hogere uitkeringen. Maar het kan ook een waardevolle corrigerende werking hebben wanneer politiek beleid te ver uit het lood is geslagen ten opzichte van de bevolking. Neem de verengelsing op de universiteiten. De politiek staat onder druk van machtige lobbygroepen die voor zijn en weifelt in haar aanpak. Houd je er een referendum over dan is het gewoon over en uit met dat Engels.”

 ... en inderdaad, zo hebben wij bij Taalverdediging meermaals vastgesteld, de verengelsing is over het algemeen niet de wil van de Nederlandse bevolking. De verengelsing in het algemeen wordt veroorzaakt door een in omvang beperkte groep, die wel invloedrijke posities in het bedrijfsleven, overheid en onderwijs heeft.

Lees het verslag van het symposium dat The Post Online maakte .

Engels en hoger onderwijs 

Bijna de helft van de instellingen voor hoger onderwijs die opleidingen aanbieden in een andere dan het Nederlands , legt die keuze niet helder uit, meldt de Onderwijsinspectie. Minister Van Engelshoven vindt dat niet acceptabel. Instellingen die onderwijs verzorgen in een andere taal moeten volgens de wet een zogeheten gedragscode hebben waarin ze die keuze toelichten. Maar volgens Kamerleden die zich zorgen maken over de verengelsing van het hoger onderwijs is dat lang niet altijd het geval. Het inspectierapport waar zij in het voorjaar van 2018 om gevraagd hebben, is inmiddels verschenen en geeft hun gelijk. De onderwijsinspectie schrijft dat vervolgonderzoek moet uitwijzen hoe het komt dat instellingen zich niet aan de wet houden. Minister Van Engelshoven noemt het niet acceptabel dat niet alle universiteiten en hogescholen over een gedragscode beschikken en gaat hen daarop aanspreken. Van Engelshoven werkt op dit ogenblik aan een wetsvoorstel over taal en toegankelijkheid in het hoger onderwijs. Ze wil het inspectierapport bij de verdere uitwerking betrekken.(bron: HPO 11 januari 2019). 

Nationale Voorleesdagen 

De jaarlijkse Nationale voorleesdagen worden dit jaar gehouden van 23 januari tot en met 2 februari. Dit evenement is een project van de Stichting Lezen, een door de Nederlandse overheid gefinancierde stichting, die volgens de webstek het lezen in de Nederlandse en Friese taal wil bevorderen. Het project wordt uitgevoerd door de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse boek.

Bijzonder dit jaar is dat drie voorlezers voor het eerst niet alleen in het Nederlands gaan lezen. Tijdens het Nationaal Voorleesontbijt lezen bekende en onbekende Nederlanders voor in bibliotheken, basisscholen, peuterspeelzalen en kinderdagverblijven. Zij lezen dit jaar voor uit het Prentenboek van het Jaar 'Een huis voor Harry' van Leo Timmers. Voorgelezen wordt niet alleen in het Nederlands, maar ook in het Arabisch, het Turks en het Engels (bron: NOS 23 januari).

Merkwaardig dat de Nederlandse overheid via een stichting het voorlezen in andere talen dan het Nederlands financiert. Alle inspanningen zouden bij de kinderen gericht moeten zijn op het aanleren van het Nederlands. Dat gaat het beste als de kinderen zoveel als mogelijk ondergedompeld worden in de Nederlandse taal. Het optreden van de Nederlandse overheid gaat hier tegen in en schaadt daarmee het belang van de kinderen. De beheersing van de landstaal wat betreft basisschoolleerlingen laat immers ernstig te wensen.     

Nederlands en bijstand 

Als iemand niet goed Nederlands leert, moet de uitkering worden gekort.Lees verder...   

Meertaligheid

De Universiteit van Leiden is bezig met een onderzoek naar meertaligheid in opdracht van de Europese Unie. Doel van de Europese Unie is: Alle inwoners van de EU spreken op termijn naast hun moedertaal ook twee andere talen. Een aantal wetenschappers, waaronder wetenschappers van de Universiteit van Leiden, hebben opdracht gekregen om dit te onderzoeken. Het resultaat moet in het voorjaar van 2019 bekend zijn. Lees verder...

Tweetaligheid bij kinderen

Kinderen zijn geen volautomatische taalsponzen, maar kunnen wel prima meertalig worden opgevoed. Dat zijn de twee belangrijkste punten die Elma Blom mensen wil meegeven tijdens haar eerste openbare optreden als hoogleraar pedagogiek aan de Universiteit van Utrecht.  Lees verder ...

Discriminatie Nederlandse studenten

In 'Science Guide' van 9 januari staat een artikel over de centrale selectie bij opleidingen met een 'numerus fixus'. Deze selectie is nadelig voor Nederlandse studenten.  lees verder...   

Taalbeleid en hoger onderwijs

Het Nederlands/Vlaams Platform Taalbeleid Hoger Onderwijs heeft een nieuw platform voor kennisdeling opgericht (Kennisplatform). Lees verder...

Politiek het Nederlands gunstig gezind?

Je hoort het zo vaak: Taal ontwikkelt zich vanzelf. Niets blijkt echter minder waar. Schiphol is Engelstalig vanwege beleid. De universiteiten hebben het Nederlands overboord gezet, vanwege beleid. Het basisonderwijs wordt verengelst vanwege beleid. En in veel gevallen overheidsbeleid. Voor een politiek neutrale stichting als Stichting Taalverdediging is dit een dilemma: Onze stichting behandelt en beoordeelt alle partijen gelijk. Toch valt het niet te ontkennen dat bepaalde politieke partijen veel vriendelijker ten opzichte van het Nederlands staan dan andere partijen. Dan is het toch onze taak daarover te berichten. In onze nieuwsbrief 2016-4 hebben we een uitgebreid artikel opgenomen over de gedragingen van de politieke partijen op taalgebied over de afgelopen regeerperiode.

In onze nieuwsbrief verder aandacht voor de Nederlandse Taalunie, de taalonvriedelijke KLM versus taalvriendelijke buitenlandse luchtvaartmaatschappijen en Boeing, nieuws over de taalsituatie in Zuid-Afrika, André Rieu die in het Engels walst en veel kleine berichten!

Driewerf hoera voor Google!

Vorig jaar viel het ons op dat wanneer men op de internetkaartendienst "Google Maps" de kaart van Brussel te zien kreeg, de straatnamen in eerste aanleg Franstalig waren. Pas na enkele malen vergroten kwamen ook de Nederlandse straatnamen in beeld. Dat was onaanvaardbaar, omdat Brussel een tweetalige stad is met evenveel rechten voor het Nederlands als voor het Frans. We hebben daar in onze Nieuwsbrieven uitvoerig aandacht aan besteed. Lees verder...

Premier Rutte maakt geen vauten

Op de nieuwswebstek Nu.nl lazen wij het volgende bericht: "Premier Mark Rutte heeft op het paneel van een satelliet een bijzondere taalfout vereeuwigd. Hij schreef boven zijn handtekening de boodschap 'Peace and Prosparity', terwijl het juiste Engelse woord 'prosperity' is." - www.nu.nl.

Vermakelijk, vinden wij bij Taalverdediging. Kennelijk ontzegt Rutte, als vertegenwoordiger van Nederland, de Nederlandse taal een ruimtereis. Rutte laat zich kennen als iemand die zijn Nederlands te pas en te onpas doorspekt met Engelse woorden, die meestal niet eens deel uitmaken van onze woordenschat. Dat is tot daaraan toe, maar als deze blijk van groot enthousiasme voor het Engels niet door gesteund wordt door een grote taalvaardigheid in die taal, dan rest ons niets dan twee aloude Nederlandse gezegden op onze anglofiele eerste minister toe te passen:

Schoenmaker, blijf bij je leest, en Spreek uw moerstaal!

Bewijs van kromspraak door Gerechtshof

In de eerste Nieuwsbrief van dit jaar meldden we u dat het Gerechtshof in Den Haag in februari dit jaar in zijn arrest in de zaak van Taalverdediging tegen het onwettige tweetalig basisonderwijs, gegeven door het Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam, al dan niet met opzet, een verkeerd oordeel had gegeven. Het hof meende uit het verslag van de discussie voorafgaande aan de totstandkoming van de wet uit 1998, met de bepaling dat het onderwijs in het Nederlands gegeven moest worden, op te moeten maken, dat de wetgever het geven van les in het Engels niet wilde uitsluiten. Dat was een vergissing, een gerechtshof onwaardig. Van een dergelijk college  mag worden verwacht dat het zijn huiswerk goed doet en er niet met de pet naar gooit. Toch heeft het hof dat gedaan, waarmee degenen die beweren dat het bij justitie rammelt, gelijk krijgen. Het hof heeft in de motivering van het arrest gewag gemaakt van een terloopse opmerking van de toenmalige staatssecretaris Netelenbos  (PvdA) over tweetalig onderwijs. In de memorie van toelichting is daarover niets terug te vinden en in de wetstekst ook niet. Indien de wetgever
van mening zou zijn geweest dat er enige ruim- te voor onderwijs aan Nederlandstalige kinderen in een vreemde taal zou moeten worden gegeven, zou dat wel in de wet zijn vermeld. In de Nederlandse wetten krioelt het vaak van de uitzonderingsbepalingen en ook in de betreffende is er uitzondering gemaakt voor bijvoor-
beeld het Fries. Dat de wetgever het NIET mogelijk wilde maken om in het Engels les te geven bewijst bovendien de inhoud van de brief die de toenmalige voorzitter van Taalverdediging, Sandra Keuper, in het jaar 2000, van de initiatiefnemer van het wetsartikel, het VVD-Kamerlid de heer Cornielje, ontving.

Artikel Trouw

Het dagblad trouw heeft een artikel gemaakt over de activiteiten van Stichting Taalverdediging.

Ze zijn het gebouw waar de krant is gevestigd nog niet binnen en het is al raak: 'Entrance' staat er boven de deuren waar je naar binnen gaat. En als Jan Heitmeier en Daniël Mantione naar binnen lopen, passeren ze de 'Servicedesk'. Mantione: "Als ze bij de krant al geen Nederlands meer schrijven, dan is dat wel een teken aan de wand." Bijna 15 jaar ergert de Stichting zich al groen en geel aan vooral de verengelsing van de Nederlandse taal. Met een driemaandelijkse nieuwsbrief wordt de achterban (ruim 500 man sterk) op mild ironische toon op de hoogte gehouden van waar het nu weer misging en wat de stichting eraan doet. Lees verder bij dagblad Trouw...

D66 is slechte verliezer

Enkele jaren geleden is door de Amsterdamse leider van D66 , Jan Paternotte, bewerkstelligd dat in de bussen en trams van het Gemeentelijk Vervoer Bedrijf de berichten ook in het Engels zouden worden omgeroepen. Op veel haltes werd er zelfs meer in het Engels medegedeeld dan in het Nederlands. Taalverdediging heeft daartegen indertijd fel geprotesteerd, onder andere, door in te spreken in de gemeenteraadscommisie.

Behalve Taalverdediging hebben ook vele anderen bezwaar tegen deze verengelsing van het openbaar vervoer in de hoofdstad gemaakt. Niet in de laatste plaats de bus- en trambestuurders, die er de hele dag naar moesten luisteren. Het kwam hen zo langzamerhand de oren uit.

Vanwege al die bezwaren heeft het GVB begin dit jaar nieuwe geluidsbanden geïnstalleerd, zonder die Engelse mededelingen. Een prachtig voorbeeld van ontengelsing!

Taalverdediging was benieuwd naar de reactie van D66 op het afschaffen van het troeteldier van hun leider, Jan Paternotte. Hoe vaak we echter ook belden, steeds werden we afgepoeierd. Men was er nog niet van op de hoogte, moest er nog over nadenken, had geen tijd, er waren wel belangrijker zaken, of het werd gewoon ontkend. Op maandag 17 maart deden we nog maar eens een laatste poging een verklaring los te peuteren en kregen te horen dat die reactie pas kon worden gegeven op 20 maart, één dag na de gemeenteraadsverkiezingen dus.

Slechte verliezers die lui van D66!

Nieuwe webstek!

stvwww_speels.png

Een nieuw jaar, een nieuwe webstek! Het zal u vast niet ontgaan zijn dat de webstek van onze stichting enigzins gedateerd was. Dat wisten wij ook, en verbetering stond hoog op ons verlanglijstje. Wens in werkelijkheid omzetten kost echter behoorlijk wat energie, met als gevolg dat het even geduurd heeft. Waar de oude webstek zoals dat heet volledig uit statische HTML bestond, heeft onze nieuwe webstek een geavanceerde basis. U ziet momenteel slechts een enkele module actief, XoWiki genaamd, dat ons in staat stelt de webstek als een Wiki te bewerken. Het stelt ons ook in staat actieve leden uit de achterban aan de webstek te laten bijdragen. XoWiki is slechts één van de vele beschikbare modules en we kunnen dus eenvoudig nieuwe modules toevoegen. We zouden bijvoorbeeld kunnen overwegen een forum te openen.

We zullen de nieuwe webstek geleidelijk verder vullen, sjieker maken en meer functies toevoegen. De oude webstek is nog een tijdje te raadplegen via de koppeling aan de linkerkant van het scherm, maar zal na verloop van tijd verdwijnen.

Taalverdediging tekent beroep aan tegen vonnis BOOR

 Zoals u in onze eerdere berichten heeft kunnen lezen, heeft de rechtbank enkele fouten gemaakt in haar redenatie in het vonnis in onze zaak tegen BOOR. Het bestuur heeft nut en noodzaak van het corrigeren van deze kwesties in een hoger beroep afgewogen en heeft daarop geoordeeld dat een hoger beroep zinnig is en zal worden ingesteld. Meer informatie volgt. 

Prins opent academisch jaar in het Engels

 Prins Constantijn, derde zoon van koningin Beatrix en lid van het Koninklijk Huis,dus vallend onder de ministeriële verantwoordelijkheid, heeft op 3 september het academisch jaar van de Erasmus Universiteit te Rotterdam geopend met een volledig Engelstalige toespraak. Lees verder...

Krakelingen

Krakelingen van EuroshopperZoals u weet heeft Taalverdediging vorig jaar uitgebreid actie gevoerd tegen de (vaak) onbegrijpelijke Engelstalige etiketten op de EuroShopper-artikelen in de schappen van Albert Heijn. Naar aanleiding hiervan heeft de grootgrutter besloten de etiketten van uitsluitend in Nederland te koop aangeboden artikelen van dit huismerk, als de oude etiketten op zijn, van een Nederlands etiket te voorzien. Enige maanden geleden verscheen de KANO in zo'n nieuwe Nederlandstalige verpakking in de winkels en deze maand was de KRAKELING aan de beurt. We zijn benieuwd welke lekkernij de volgende zal zijn. 

Oud-studenten Universiteit Stellenbosch hekelen Afrikaans-vijandig bestuur

De Zuid-Afrikaanse krant Rapport bericht dat oud-studenten een motie van wantrouwen hebben ingediend tegen het universiteitsbestuur. De oud-studenten pikken het niet langer dat steeds meer colleges in het Engels worden gegeven en berekenen dat de Universiteit Stellenbosch in het huidige tempo binnen enkele jaren geen Afrikaanstalige colleges meer zal kennen. Lees verder...

Uitspraak wederom uitgesteld

Tot onze spijt moeten we u mededelen dat de uitspraak van de rechtbank van Rotterdam in onze zaak tegen het het BOOR, inzake het onwettige Engelstalige basisonderwijs, opnieuw is uitgesteld. Van de griffie van de rechtbank vernamen wij dat de uitspraak nu verwacht kan worden in september. We zullen dus weer geduld moeten oefenen.




Nieuws

Protest bij Milieudefensie

Op zaterdag 16 september heeft Taalverdediging een straatprotest gehouden bij Milieudefensie tegen de nieuwe titel van hun tijdschrift "Down to Earth". De leden van Milieudefensie kwamen op dat moment bijeen in Arnhem voor een vergadering. Het NCRV-programma Man Bijt Hond was van de partij en heeft van kaderlid J. Derks, die zowel lid is bij Taalverdediging als Milieudefensie, een portret gemaakt. De uitzending was op vrijdag 23 september. Heeft u het gemist of wilt u het nog eens zien? U kunt het filmpje als AVI-bestand bekijken of binnenhalen. Op uw computer dient een codec voor MPEG4 ASP zoals bijvoorbeeld XviD geïnstalleerd te zijn.

Koosjere artikelen bij Albert Heijn voortaan ook in het Nederlands

In onze Nieuwsbrief 2011-2 berichtten wij u over een afdeling koosjere artikelen bij een Albert-Heijnwinkel in Amsterdam. Op deze artikelen ontbraken Nederlandse aanduidingen op de verpakkingen. Artikel 23 van het Warenwetbesluit Etikettering Levensmiddelen eist keihard dat alle aanduidingen in het Nederlands gesteld dienen te zijn.
Hiervoor bestaan goede redenen; de ingrediëntenlijst op een etiket is bijvoorbeeld van groot belang voor wie een bepaald ingredïent niet kan verdragen. Ook van belang is het voor de interpretaties van de houdbaarheidsteksten: "Ten minste houdbaar tot..." en "Niet gebruiken na..." hebben een andere betekenis voor wat er dient te gebeuren met een product waarvan de houdbaarheidsdatum verloopt. Lees verder...

Artikel vakantiescholen van het net verdwenen

Een in onderstaand nieuwsbericht over de Rotterdamse vakantiescholen verwezen artikel is spoorloos van het internet verdwenen. Het nieuwsbericht verwijst nu naar een versie die wij uit "Google Cache" hebben verkregen. Voor het geval het originele artikel nog terugkomt geven wij u hier nog de oorspronkelijke locatie van het verdwenen artikel .

Kinderen op Early-Birdscholen moeten bijgespijkerd worden in de zomervakatie

De NOS bericht in een reportage over de ondermaatse leerprestaties van Rotterdamse basisschoolleerlingen. Om deze prestaties te verbeteren moeten de Rotterdamse kindertjes nu ook in de zomervakantie naar school. Erg triest is dat onder de 9 basisscholen die nu een "Vakantieschool" organiseren, zich ook 2 Early-Birdscholen bevinden, te weten De Waterlelie en De Passe-Partout (waarbij deze laatste ook nog eens meedoet aan de proef 15% Engelstalig onderwijs die het Ministerie van Onderwijs organiseert). Behalve dat dit de stelling dat het Engelstalig onderwijs niet ten koste zou gaan van het Nederlands nogal ondergraaft, vraagt een gezond mens zich af of het hoegenaamd wel nodig zou zijn geweest de leerlingen hun zomervakantie af te nemen, als deze scholen alle tijd die zij aan Engels hebben besteed aan Nederlandse taal en rekenen hadden besteed.

Reactie op aanval door Tara Ubachs

Op 26 mei publiceerde Tara Ubachs een artikel waarin zij Taalverdediging aanvalt op het beschermen van de positie van het Nederlands in het onderwijs. Normaal reageert de Stichting Taalverdediging niet op onzinnige aanvallen van haar tegenstanders, maar deze keer doen wij dat wel, en wel hierom: Tara Ubachs is niet zo maar iemand die de klok heeft horen luiden en niet weet waar de klepel hangt, nee, zij is wel degelijk ter zake deskundig. Door de werkelijkheid een kwart slag te draaien geeft zij de argeloze lezer de valse indruk dat die vreselijke mensen van de Stichting Taalverdediging de taalontwikkeling van de Nederlandse jongeren en daarmee hun toekomst de nek om willen draaien. Niets is echter minder waar. De Stichting Taalverdediging streeft naar goed taalonderwijs voor de kinderen, waarbij zij na het verlaten van de basisschool de Nederlandse taal, in woord en geschrift, uitstekend beheersen. Daarna kan een aanvang worden gemaakt met het aanleren van vreemde talen. Lees verder...

De rechtszitting

Op vrijdag 20 mei  om drie uur des namiddags was het grote ogenblik aangebroken. Na acht jaar strijd van onze Stichting tegen het Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam vond de zitting van de arrondissementsrechtbank te Rotterdam plaats. Partijen waren elkaar al wel eerder tegengekomen voor de Bestuursrechter, maar dat was zonder veel nut, omdat in die rechtsgang de mogelijkheden de wetsovertreder aan te pakken te beperkt zijn. Het was echter noodzakelijk om verder te kunnen procederen. Nu was het dan zo ver, na jarenlange schriftelijke uitwisseling van standpunten kregen eiseres en gedaagde de gelegenheid hun pleidooien te houden, getuigen te laten verklaren en vragen van de rechter te beantwoorden: Lees verder...


Het Nederlandstalige lied in de schijnwerpers


Van onze Haagse taalverdediger Henk Dorrestijn ontvingen we onderstaand positief bericht:

Als lid van de stichting Taalverdediging wil ik u op de hoogte stellen van een initiatief dat we in Den Haag hebben gestart om een podium te bieden voor muzikanten die literair/poëtische liedjes maken en willen brengen in het Nederlands. In de Nederlandse Taal omdat dan pas de tekst van een lied kan ontroeren.
Aanstaande 23ste  juni gaat de tweede voorstelling van start en vanaf september willen we wekelijks een dergelijke creatieve en inspirerende avond organiseren.  
Voor informatie zie www.aardewerktheater.punt.nl

Op deze website is ook de BEGINSELVERKLARING te vinden, die we hier toch nog even onder uw aandacht willen brengen:  Lees verder...

Octrooitaal


Wij zonden de volgende brief aan de heer De Wever, N-VA Voorzitter

Zeer geachte heer De Wever,
Zoals u weet worden er voorbereidingen getroffen om te komen tot een eensluidende octrooiregeling voor de gehele Europese Unie. De totstandkoming hiervan ondervindt ernstige vertraging door onenigheid tussen de lidstaten over de taalaspecten van zo n regeling. Met name Spanje en Italie eisen dat de octrooien in ieder geval ook naar het Italiaans en het Spaans vertaald worden. De Nederlandse regering wil nu buiten de genoemde landen om een octrooiregeling invoeren voor de landen die accoord gaan met een octrooiverdrag waarin is vastgelegd dat de voor de betreffende landen geldende octrooien alleen in het Duits, Engels en Frans worden geformuleerd. Lees verder....

Wij ontvingen van de heer De Wever het volgende antwoord.

Geachte heer Braamkolk,

Ik heb uw brief van 6 april in goede orde ontvangen.

Zoals u weet is ook voor ons het gebruik van de Nederlandse taal ontegensprekelijk een belangrijk aandachtspunt. Dat is zeker zo in het kader van de Europese patentproblematiek.

Mijn partij stelt algemeen.. Lees verder...


Uit Nieuwsbrief 2011-1:Rutte denkt in het Engels


Geachte lezer,

De nieuwe Nederlandse minister-president Mark Rutte (VVD) doorspekt zijn taal met Engelse woorden. Naar eigen zeggen komt dit omdat hij in een eerdere functie bij het Engels/Nederlandse voedings- en wasmiddelenbedrijf Unilever verplicht was om met zijn collega’s in het Engels te communiceren. Als hij voor de vuist weg zuiver Nederlands zou moeten spreken, zou hij veel langer moeten nadenken om zijn gedachten onder woorden te brengen. Het ziet er dus naar uit dat we met de wisseling van regeringsleider in Nederland van de regen in de drup zijn geraakt. Na Jan Peter Balkenende, die te pas en vooral te onpas gebruik maakte van vreemde talen, zoals bij de opening van het academisch jaar te Wageningen, hebben we nu te maken met een minister-president met taalbedorven hersenen, in staat van bederf gebracht door het interne anti-Nederlandse taalbeleid van de multi-nationale onderneming Unilever. De voorstanders van tweetalig onderwijs, waaronder veel vooraanstaande VVD’ers, houden vol dat onderdompeling in een andere taal op school de beheersing van het Nederlands door de leerlingen niet aantast. Zij komen ook steeds op de proppen met lovende rapporten, gegrond op uiterst vage onderzoekingen op dit gebied. Zo zou de Nederlandse taalvaardigheid door lessen in het Engels zelfs toenemen. (?)
Mark Rutte vormt het levende bewijs dat dit niet waar is. Als een in het Nederlands opgeleide academicus door zijn Engelstalige werkkring, let wel in Nederland, er niet meer in slaagt om zich in zuiver Nederlands uit te drukken, hoe moet het dan de in het Engels ondergedompelde jeugd vergaan, zeker als er na het tweetalig basis- en middelbaar onderwijs een volledig Engelstalige academische studie volgt. Het wordt hoog tijd dat er een streep door al het onderwijs in een vreemde taal getrokken wordt, om daarmee het taalbederf onder de jeugd een halt toe te roepen. Daarnaast zou er ook een wettelijke bepaling dienen te komen om uitwassen op taalgebied, zoals bij Unilever, tegen te gaan. Van de taalbedorven minister-president en zijn collega’s is zo’n wetsontwerp niet te verwachten. Welke (oppositie)partij in de Tweede Kamer neemt het initiatief?

Taalverdediger W. Marteijn uit Den Haag schreef hierover aan SN met kopie aan ons:
“Vrijdagnacht 25 maart jl. op de persconferentie na de NAVO vergadering was het weer raak. Rutte die het NAVO-besluit het commando van de militaire operatie boven Libie te gaan voeren toelichtte (ochtend journaals op tv) en het over de betrokkenheid van NL bij het handhaven van het vliegverbod had sprak in één zin over: "air two service", "no-fly zone" en de "UN security council".
Later bleek in de pers dat hij behalve over een vliegverbod en de VN veiligheidsraad had gesproken over "air to surface" acties, bombardementen die de Koninklijke Luchtmacht NIET gaat uitvoeren.
Alleen al om die reden zou Rutte voortaan ondertiteling moeten krijgen (i.p.v. Vlamingen, Friezen en Drenten). Je zou toch denken dat een eerste minister graag aan het Nederlandse volk goed wil uitleggen dat als "we" gaan deelnemen aan een oorlog wat "Nederland" dan precies gaat doen en waarom. Zo niet bij Rutte die voor "heldere taal" is en van "We geven Nederland terug aan de Nederlanders" maar die “bij Nederlands te veel tijd verliest met nadenken" (echt waar, zijn woorden).
Tja dat krijg je als je (al meer dan tien jaar geleden) voor Unilever hebt gewerkt en zo graag bij de G20 wilt aanschuiven. Toch vreemd dat Sarkozy, Merkel, Anderson, Zapatero, e.v.a. daar geen last van hebben.”

Stem des volks kiest voor Nederlands


In onze vorige Nieuwsbrief heeft u kunnen lezen dat het bestuur van het Amsterdamse stadsdeel Zuidoost de bevolking de gelegenheid had gegeven zich uit te spreken over de toekomstige naam van de ruimtes die nu nog Community Center heten. Men had de keuze uit: Buurthuis, Gemeenschapshuis, Buurtcentrum, Activiteitencentrum en Community Centrum. Tevens kreeg men de mogelijkheid om aan te geven waarom men tot zijn keuze was gekomen. De oorspronkelijkste inzending zou met een prijs worden beloond. Het doet ons grote deugd dat de naam Buurthuis de meeste stemmen kreeg (ruim 38%). De prijs (100 euro) werd gewonnen door Wanda Verstappen, die al haar hele leven in het stadsdeel woont. Wij wensen de bewoners van Amsterdam Zuidoost geluk met de nieuwe Nederlandse naam en danken het stadsdeelraadslid de heer De Boer van het CDA, die mede op verzoek van Taalverdediging het voorstel voor het houden van de volksraadpleging over deze zaak ingediend heeft, voor zijn inzet. De uitkomst van de stemming bewijst maar weer dat de bevolking helemaal niet om Engelse benamingen vraagt, zoals door beleidsmakers nogal eens beweerd wordt.