Leger manoeuvreert zich in Britse bocht om burgers te bespioneren?
Op maandag 16 november werd Nederland opgeschrikt door het bericht dat het Nederlandse leger er in het afgelopen voorjaar in het geniep een functie bij had gekregen. Er was in maart een nieuwe dienst opgericht om personen en organisaties die kritisch stonden tegenover het overheidsbeleid te beloeren. Hun handel en wandel moest nauwkeurig in kaart worden gebracht. Het was de bedoeling dat dit geheim zou blijven, maar zoals dat met alle staatsgeheimen in Nederland gaat, het lekte uit.
Zou Taalverdediging ook ten prooi zijn gevallen aan de nieuwsgierigheid van deze nieuwe opspeuringsdienst? Eén van onze kaderleden heeft afgelopen zomer een groen geklede man in de bosjes achter zijn woning waargenomen, die door een verrekijker zat te turen. Dat zou een medewerker van deze nieuwe instelling kunnen zijn geweest, alhoewel ook met de mogelijkheid rekening moet worden gehouden, dat een beeldschone alleenwonende dame, die twee huizen verder woont, het onderwerp van zijn belangstelling was.
Dan zijn er nog twee kaderleden, die menen tijdens een telefoongesprek dat zij met elkaar voerden in augustus enkele verdachte "klikjes" in de verbinding te hebben gehoord en een vierde kaderlid heeft in juni een dode postduif op zijn balkon aangetroffen, maar misschien gaan wij nu te ver.
Hoe dan ook, het Nederlandse leger, dat nog nooit een oorlog heeft gewonnen en zelfs geen enkele militaire actie, op de pacificatie van Atjee na, tot een goed einde heeft gebracht, schijnt nu flink te keer te gaan tegen onwelgevallige binnenlandse organisaties én tegen de Nederlandse taal! Want weet u hoe die nieuwe organisatie heet? LAND INFORMATION MANOEUVRE CENTRE.
Is dit de voorbode van een militaire staatsgreep onder leiding van de regering
Rutte, om na een eventuele nederlaag bij de verkiezingen in maart volgend jaar, in het zadel te kunnen blijven zitten, waarna de
invoering van het Engels als derde rijkstaal zal worden afgekondigd? Wie weet.
In ieder geval heeft Taalverdediging, nu het nog
straffeloos kan, een reeks ter zake doende vragen gesteld aan de afdeling Persvoorlichting van het ministerie van Defensie in Den Haag:
- Zijn deze berichten juist en indien dat het geval is, waarom heeft deze dienst, die volgens genoemde berichten dus in Nederland werkzaam is, een Engelse naam heeft gekregen?
- Handelt deze inlichtingendienst in opdracht van een Engelstalige vreemde mogendheid en zo ja, Welke?
- Hoe verhoudt de keuze voor een Engelse naam zich tot artikel 2:6 van de Algemene Wet Bestuursrecht, waarin staat dat de Nederlandse overheid in het Nederlands met de bevolking communiceert?
- Is het ministerie zich ervan bewust dat het verlaten van het Nederlands, wat betreft de naamgeving van overheidsdiensten, schadelijk is voor het aanzien van onze taal, zowel in Nederland als in het buitenland?
- Het is de Stichting Taalverdediging opgevallen dat de Rijksoverheid de laatste jaren aan steeds meer diensten een Engelse naam geeft. Is dit gestructureerd beleid en zo ja, welke visie steekt hier achter?